donderdag 26 juni 2008

Goed doen

Een van de vele, vele "problemen" die mij bezig houden is de kwestie van goed en slecht. Als je geen godsvrezend mens bent is dat nogal moeilijk (als je wel in God gelooft trouwens ook, maar daar zal ik nu niet verder op ingaan). Er is buiten de Kerk geen instantie die je vertelt wat je moet doen om een goed mens te zijn. De overheid/rechtssysteem vertelt je alleen wat je wel en niet mag (ongeveer), maar daarbinnen is er heel veel ruimte om goed of juist slecht te doen. Proberen een definitie voor "goed doen" uit het woordenboek te halen levert het volgende op:

goed·doen (onovergankelijk werkwoord; deed goed, heeft goedgedaan)
1 goede daden doen, liefdadig zijn2 helpen, verlichting geven

Hieruit wordt slechts één ding duidelijk: goed doen heeft te maken met andere mensen. Zowel liefdadig zijn, helpen, als verlichting geven houdt het handelen met tot doel het verbeteren van het leven van anderen in. Het is voor mij persoonlijk wel duidelijk dat kleine dingen als het openhouden van de deur voor iemand, of iemands zware tas dragen gewoon zonder meer onder goed doen behoort. Je krijgt daar als het goed is ook een goed gevoel van, zo van "ha, ik heb iets goeds gedaan."

Andere dingen zijn minder duidelijk goed of slecht. Materialisme beschouw ik zelf als slecht, omdat het gebruiken van de schaarse grondstoffen der aarde betekent dat je anderen de kans ontneemt die grondstoffen te gebruiken, terwijl niet-westerlingen die grondstoffen duidelijk harder nodig hebben dan jijzelf. Dat wil echter niet zeggen dat alleen puur ascetisch levende mensen goede mensen zijn. Maar het is wel iets om over na te denken. Doe zoveel "goed", oftewel in het belang van anderen in plaats van jezelf, als je denkt dat mogelijk is. Ik ben er vrij zeker van dat dat meer levensgeluk oplevert dan het eindeloze streven naar een nog luxere levensstijl.

woensdag 25 juni 2008

Geschiedenis

Mij wordt vaak, ik zou zelfs durven zeggen heel erg vaak, gevraagd waarom ik Geschiedenis studeer als het mijn doel is om een groot filosoof te worden. Daar kan ik vrij lang over praten, wat ik bij zo'n vraag natuurlijk meestal niet doe, anders sta je al snel een soort van redevoering op te voeren, iets waar ik sowieso voor moet oppassen. Het is sociaal niet acceptabel om alleen zelf te praten, dan lijkt het alsof je alleen je eigen mening belangrijk vindt. Of de toehoorders zelf wel een eigen mening gevormd hebben doet er dan niet toe.

Goed, Geschiedenis dus. We hebben in het eerste jaar een tentamen gehad over een boek genaamd "the Pursuit of History" (John Tosh). Hoewel vele van mijn medestudenten het vak nutteloos leken te vinden, is het voor mij het belangrijkste vak van het eerste jaar geweest. Naast "geschiedenis om de geschiedenis", oftewel onderzoek ten behoeve van reconstructie, identificeert Tosh ook een voor de filosoof zeer belangrijk nut van Geschiedenis. Dit noemen we perspectiefvorming. We kunnen alleen iets zinvols zeggen over de huidige maatschappij als we een vergelijking kunnen maken met een maatschappij in het verleden. Alleen zo kan een proces worden gedefinieerd.

Ik zal dit even uitleggen aan de hand van een veelgemaakte claim: "het onderwijs gaat achteruit." Om iets zinnigs over dit vernomen proces te kunnen zeggen, moet men kennis hebben van het onderwijs in het verleden. Hoewel ik geen expert ben in de geschiedenis van het onderwijs, heb ik hier wel een mening over. Mijns inziens is niet het onderwijs achteruit gegaan, maar is de sociale discipline sterk verminderd. Wat je op school moet leren, en de strengheid van de controles daarop, is, in ieder geval bij de talen, achteruit gegaan. Wat je kunt leren is echt heel veel vooruitgegaan. Helaas zijn de leraren meestal niet echt stimulerend, en zijn de leerlingen vooral puberaal opstanding en lui. Maar als de wil er is kan een leerling nu al heel wijs de middelbare school verlaten.

Terug naar Geschiedenis. Met het ontegenzeggelijke proces van globalisering wordt het in perspectief plaatsen van de maatschappij op basis van plaats (vergelijking tussen culturen) steeds minder relevant, en zal er een grote rol voor de tijd als perspectief verlenende factor zijn. Maar dat is niet het enige dat Geschiedenis te bieden heeft. Geschiedenis is zo ruim dat de studie ervan bijna automatisch een waardering voor de complexiteit van dat alles met zich meebrengt. Geschiedenis leert je vaak te denken buiten bestaande categorieën om de volledigheid van het complexe leven te kunnen zien. Waar je bij de studie van de theorieën van andere filosofen binnen hun beperkte denkwereld wordt gevangen, leer je bij Geschiedenis juist de diversiteit te omarmen. Uit de veelheid van informatie die Geschiedenis biedt kan de filosoof veel leren.

Naast dat alles is Geschiedenis gewoon razend interessant en levert het vaak heel veel inspiratie voor het schrijven van verhalen. Ik hou van Geschiedenis!

dinsdag 24 juni 2008

Een Blog

Waarom in godsnaam een blog? Was Jasper er niet van overtuigd dat er te veel mensen informatie/activiteiten aanboden, en er te weinig ontvangers waren? Iedereen is altijd en overal druk, druk, druk met eigen dingen, weinig tijd is er voor anderen. Nu ben ik dat nog steeds van mening, maar toen ik gisteren in "A Prayer for Owen Meany" (John Irving) las, werd het mij duidelijk dat een bijzonder persoon het aan de samenleving verplicht is om zijn gedachten op schrift te stellen. Waar Owen Meany, zonder twijfel een bijzonder figuur, dat doet met een dagboek, doe ik dat met een Blog. Een dagboek is in principe geheim, en op die manier ook een vrij nutteloos communicatiemiddel. Pas als de schrijver ervan sterft zal het dagboek van waarde worden. Aangezien ik niet van plan ben vroeg om het leven te komen heb ik dus maar voor een "open dagboek" gekozen, ook wel Blog genoemd.

Mijzelf vergelijken met een fictioneel karakter is misschien wat vreemd. Owen Meany is duidelijk een veel uitzonderlijker persoon dan ik ben, maar ik ben dan weer echt en geen fictie. Mochten mensen dit blog regelmatig gaan lezen, dan zou het zomaar kunnen dat er ook echt mensen zijn die mij ook echt kennen zoals ik ben, en niet zoals ik lijk. De eisen die sociale etiquette aan iemand stellen nemen veelal de bijzonderheden van mensen weg. In mijn geval is dat een hele hoop, omdat ik, zonder arrogantie, wel kan stellen een bijzonder persoon onder de bijzondere gevallen te zijn.

O ja, voor wie het nog niet wist, de propedeuse Geschiedenis is binnen. De magere cijfers voor de tentamens zijn helaas een product van overmoed, maar de 8.5 voor mijn werkstuk maakt dan weer veel goed.