maandag 1 december 2008

Iets langzamer alstublieft

Een van de vele fouten die ik in deze maatschappij vermeen te zien, is de snelheid waarmee alles moet gebeuren. We (nou ja, ik niet) doen allemaal zo veel op een dag dat het niet meer goed te verwerken valt. Een beetje rustiger aan doen zou betekenen dat men er net als ik wat meer over na kan denken. Minder kwantiteit, meer kwaliteit als het ware. Het is voor mij natuurlijk makkelijk praten als student, voor iemand die hard moet werken om de kost te verdienen is dat natuurlijk makkelijker gezegd dan gedaan.

Toch zie ik het gebrek aan rationele contemplatie van de wereld om ons heen als sterk verbonden met de grotere kwaden in onze maatschappij. Nodeloos materialisme en gedachtenloos meedoen in de consumptiemaatschappij is waar ik dan aan denk. Ook politici die niet weten hoe ze prioriteiten moeten stellen lijkt me daaronder te vallen. Maar als ik naar politici luister val ik direct in slaap, dus dit weet ik niet zeker. Misschien zijn ze ook wel gewoon dom.

Minder belangrijk, maar even zo goed verbonden met dit onderwerp, is de entertainmentcultuur. Als men niet aan het werk is moet iedereen zich altijd en overal vermaken, even rustig nadenken is er vaak niet bij. Ik betreur dan ook sterk de "dood van de muziek", die zich in mijn ogen ergens in de jaren 90 heeft plaatsgevonden. Weg zijn de dagen van Pink Floyd en Dire Straits, met liedjes van 6 minuten en langer, die zijn nu namelijk "te sloom"...

donderdag 13 november 2008

Pessimistisch

Ik heb iets dat vele mensen hebben: soms ben ik optimistisch, soms pessimistisch. Ik heb echter het idee dat dit bij mij soms echt in extremen gaat, ik zal dit illustreren door de meest recentelijke pessimistische gedachtengang die door mijn hoofd heeft gespeeld, een gedachtengang die ook iedere keer terugkeert:

Na jaren van filosoferen, elke dag wel een beetje, soms met meer "doorbraken" dan de andere, ben ik de wereld op een andere manier gaan begrijpen. Ik denk zelf een "hogere" manier van begrijpen, maar dat klinkt vrij arrogant. Ik kan niet meer terug, dat weet ik. Je kunt niet je meest fundamentele begrip/geloof zomaar aan de kant schuiven, dat kan gewoon niet.

Nu is het dus voor mij de taak om in ieder geval een deel van de rest van de wereld op dezelfde manier aan het begrijpen te krijgen. Zo niet, dan zet ongetwijfeld verbittering en eenzaamheid in. Het enige wat nog over zou blijven voor mij is het schrijven van fictie.

Het eerste knelpunt is dat mensen misschien wel helemaal niet op mijn manier willen/kunnen denken, op zich al een deprimerende gedachte: het eenzame genie of de eenzame gek? In feite ben ik dat nu al, want hoewel de meeste individuele theorieen die ik heb bedacht niet nieuw zijn, gedragen mensen zich in het geheel niet alsof ze bekend zouden zijn met dit soort "kennis".

Het tweede knelpunt is dat er zo veel in mijn toekomst afhangt van mijn schrijfkunst. Wat als ik gewoon niet goed kan schrijven? Ik kan ook voor geen meter tekenen, spreken of muziek maken, waarmee "normale" mensen hun creativiteit mee kunnen uiten. De creatieve geest die zijn creativiteit op geen enkele manier kan uiten is natuurlijk even deprimerend als de genie die niet begrepen wordt.

Soms nemen deze pessimistische gedachten in mij de overhand. "Ik mag niet in een saaie kantoorbaan terechtkomen, waar mijn creativiteit zal verschrompelen tot er niets meer van mijn eigen identiteit over is" schreeuwt er dan iets binnenin mijzelf. Op andere momenten, de meeste, is de gedachte dat ik zal overwinnen het meest prominent. Ik ben binnen mijn omgeving uniek in de gedachte dat ik iets echt bijzonders kan, en dat maakt me soms ook eenzaam, maar daar moet ik mee leven. :-)

zondag 10 augustus 2008

VS zo slecht nog niet

Europeanen zijn vaak zeer kritisch tegenover de VS, vooral natuurlijk de regering Bush. Maar de VS wordt tenminste gedeeltelijk gedreven door ideologische motieven. Die zijn bij de andere supermachten, China en Rusland, ver te zoeken. Neem de kwesties van Darfur en Zimbabwe, waarin Rusland en China de grote dwarsliggers zijn voor interventie van de VN. Alsof er in Rwanda al niet genoeg mensen zijn omgekomen door het uitblijven van VN-ingrijpen.

Natuurlijk denkt de VS ook veel aan zijn eigen belang en is het niet de ideologische heldenstaat die het soms beweert te zijn, maar onder druk van de (westerse) wereld zijn de bemoeienissen toch gericht op het doen van goed, ook al zijn die bemoeienissen vaak lomp en richten ze ook veel schade aan (denk Irak). Vergeleken met de ondemocratische en puur op zichzelf gerichte machtshebbers van China en Rusland is de VS een beschermengeltje voor de goedheid in deze wereld. Dat moeten Europeanen zich ook beseffen.

zondag 3 augustus 2008

Yevgeny Zamyatin - WE

Ik moet zeggen dat ik verbaasd opkeek toen mijn vader mij het boek "We" van Yevgeny Zamyatin gaf om te lezen. Het boek was duidelijk oud, de schrijver kende ik niet, en bovenal: het was science-fiction, een genre waar mijn vader nog nooit enige interesse in getoond had. Blijkbaar toch wel, en terecht: We is een enorm goed boek voor iedereen die geinteresseerd is in dieper nadenken over de mens en zijn toekomst.

"We" bleek later het boek te zijn waarop George Orwell zijn befaamde "Nineteen Eighty-Four" heeft gebaseerd, en daarmee dus eigenlijk de grondlegger van het dystopische science-fiction genre (Brave New World kwam ook later uit). George Orwell zelf schreef ooit een review (klik hier) van het boek en schreef dat hoewel het plot van "We" minder sterk in elkaar zat dan dat van Brave New World, "We" een veel betere boodschap had voor de lezer. Geinspireerd door dit boek zou Orwell al snel zijn meesterwerk schrijven.

Nu moet ik helaas bekennen Brave New World niet gelezen te hebben. Maar de vergelijking met Nineteen Eighty-Four is wel een interessante, hoewel het niet fair zou zijn om een pasgelezen boek met een net gelezen boek te vergelijken. Maar ik kreeg het idee dat ook in vergelijking met Orwell Zamyatin weliswaar te kort komt qua schrijfstijl en plot, maar dat hij toch meer aanzet tot filosofische gedachtengang. "Als de staat de mensen beschermt tegen onverwachte gebeurtenissen, in hoeverre is de mens dan beter af?" en "Hoe belangrijk is het om rationeel te zijn?" zijn twee belangrijke vragen die ik uit dit boek haal. Zeker een aanrader voor iedereen die niet weet wat voor literatuur nu te gaan lezen.

donderdag 3 juli 2008

Hotel Rwanda

Terwijl dit Blog onderhand begint te lijken op het zoveelste min of meer gefaalde project, en voor ik twee weken naar Italië ga, nog even een stukje over de film die ik gisteren gezien heb: Hotel Rwanda.

Hotel Rwanda is nou een van de zeldzame films die ik persoonlijk zou willen toevoegen aan een soort van "culturele canon", oftwel een lijst van boeken en films die iedereen gelezen/gezien moet hebben. Hotel Rwanda heeft namelijk twee lessen voor ons in petto. De eerste is dat het rijke, ik zou zelfs zeggen decadente, Westen zich niet zo onverschillig moet opstellen tegenover de Derde Wereld, zeker niet nadat het er eerst zelf een rotzooitje van gemaakt heeft in veel gevallen. De tweede les zit hem in het verderfelijke verschijnsel van nationalisme, en het daarmee gepaard gaande afbakenen van etnische groepen.

De film vertelt het verhaal van Paul Rusesabagina, een Hutu, die in een vier-sterren hotel werkt. Nadat de Hutus hun genocide van de Tutsis beginnen wordt het hotel van Paul een vluchtplaats voor Tutsis. Paul en zijn Tutsi vrouw lijken gered als vrachtwagens van het Britse leger bij het Hotel arriveren, maar de Britten komen slechts alle Europeanen activeren en weigeren de Rwandezen te beschermen. Paul weet het Hotel meerdere malen van de Tutsis te redden door zijn contact met een Hutu generaal, die hij omkoopt en later zelfs bedreigd met het oorlogstribunaal. Uiteindelijk weten VN soldaten de mensen uit het Hotel te evacueren naar het gebied van de Tutsi rebellen.

Wat de film niet laat zien is dat de Tutsi rebellen later ook weer verantwoordelijk zijn voor de (soms indirecte) dood van vluchtende Hutus. Wat de film wel laat zien is dat Hutus en Tutsis weinig verschillen, volgens Wikipedia was het zelfs een economisch in plaats van etnisch verschil voordat de Belgische kolonisten kwamen. Hotel Rwanda is een echte eye-opener, maar zorg wel dat je een zakdoek bij de hand hebt, want uit je zojuist geopende ogen kunnen heel goed tranen gaan stromen.

donderdag 26 juni 2008

Goed doen

Een van de vele, vele "problemen" die mij bezig houden is de kwestie van goed en slecht. Als je geen godsvrezend mens bent is dat nogal moeilijk (als je wel in God gelooft trouwens ook, maar daar zal ik nu niet verder op ingaan). Er is buiten de Kerk geen instantie die je vertelt wat je moet doen om een goed mens te zijn. De overheid/rechtssysteem vertelt je alleen wat je wel en niet mag (ongeveer), maar daarbinnen is er heel veel ruimte om goed of juist slecht te doen. Proberen een definitie voor "goed doen" uit het woordenboek te halen levert het volgende op:

goed·doen (onovergankelijk werkwoord; deed goed, heeft goedgedaan)
1 goede daden doen, liefdadig zijn2 helpen, verlichting geven

Hieruit wordt slechts één ding duidelijk: goed doen heeft te maken met andere mensen. Zowel liefdadig zijn, helpen, als verlichting geven houdt het handelen met tot doel het verbeteren van het leven van anderen in. Het is voor mij persoonlijk wel duidelijk dat kleine dingen als het openhouden van de deur voor iemand, of iemands zware tas dragen gewoon zonder meer onder goed doen behoort. Je krijgt daar als het goed is ook een goed gevoel van, zo van "ha, ik heb iets goeds gedaan."

Andere dingen zijn minder duidelijk goed of slecht. Materialisme beschouw ik zelf als slecht, omdat het gebruiken van de schaarse grondstoffen der aarde betekent dat je anderen de kans ontneemt die grondstoffen te gebruiken, terwijl niet-westerlingen die grondstoffen duidelijk harder nodig hebben dan jijzelf. Dat wil echter niet zeggen dat alleen puur ascetisch levende mensen goede mensen zijn. Maar het is wel iets om over na te denken. Doe zoveel "goed", oftewel in het belang van anderen in plaats van jezelf, als je denkt dat mogelijk is. Ik ben er vrij zeker van dat dat meer levensgeluk oplevert dan het eindeloze streven naar een nog luxere levensstijl.

woensdag 25 juni 2008

Geschiedenis

Mij wordt vaak, ik zou zelfs durven zeggen heel erg vaak, gevraagd waarom ik Geschiedenis studeer als het mijn doel is om een groot filosoof te worden. Daar kan ik vrij lang over praten, wat ik bij zo'n vraag natuurlijk meestal niet doe, anders sta je al snel een soort van redevoering op te voeren, iets waar ik sowieso voor moet oppassen. Het is sociaal niet acceptabel om alleen zelf te praten, dan lijkt het alsof je alleen je eigen mening belangrijk vindt. Of de toehoorders zelf wel een eigen mening gevormd hebben doet er dan niet toe.

Goed, Geschiedenis dus. We hebben in het eerste jaar een tentamen gehad over een boek genaamd "the Pursuit of History" (John Tosh). Hoewel vele van mijn medestudenten het vak nutteloos leken te vinden, is het voor mij het belangrijkste vak van het eerste jaar geweest. Naast "geschiedenis om de geschiedenis", oftewel onderzoek ten behoeve van reconstructie, identificeert Tosh ook een voor de filosoof zeer belangrijk nut van Geschiedenis. Dit noemen we perspectiefvorming. We kunnen alleen iets zinvols zeggen over de huidige maatschappij als we een vergelijking kunnen maken met een maatschappij in het verleden. Alleen zo kan een proces worden gedefinieerd.

Ik zal dit even uitleggen aan de hand van een veelgemaakte claim: "het onderwijs gaat achteruit." Om iets zinnigs over dit vernomen proces te kunnen zeggen, moet men kennis hebben van het onderwijs in het verleden. Hoewel ik geen expert ben in de geschiedenis van het onderwijs, heb ik hier wel een mening over. Mijns inziens is niet het onderwijs achteruit gegaan, maar is de sociale discipline sterk verminderd. Wat je op school moet leren, en de strengheid van de controles daarop, is, in ieder geval bij de talen, achteruit gegaan. Wat je kunt leren is echt heel veel vooruitgegaan. Helaas zijn de leraren meestal niet echt stimulerend, en zijn de leerlingen vooral puberaal opstanding en lui. Maar als de wil er is kan een leerling nu al heel wijs de middelbare school verlaten.

Terug naar Geschiedenis. Met het ontegenzeggelijke proces van globalisering wordt het in perspectief plaatsen van de maatschappij op basis van plaats (vergelijking tussen culturen) steeds minder relevant, en zal er een grote rol voor de tijd als perspectief verlenende factor zijn. Maar dat is niet het enige dat Geschiedenis te bieden heeft. Geschiedenis is zo ruim dat de studie ervan bijna automatisch een waardering voor de complexiteit van dat alles met zich meebrengt. Geschiedenis leert je vaak te denken buiten bestaande categorieën om de volledigheid van het complexe leven te kunnen zien. Waar je bij de studie van de theorieën van andere filosofen binnen hun beperkte denkwereld wordt gevangen, leer je bij Geschiedenis juist de diversiteit te omarmen. Uit de veelheid van informatie die Geschiedenis biedt kan de filosoof veel leren.

Naast dat alles is Geschiedenis gewoon razend interessant en levert het vaak heel veel inspiratie voor het schrijven van verhalen. Ik hou van Geschiedenis!